Wanneer monteren

Nadat de auto de fabriek heeft verlaten hoeven banden maar op 2 momenten gemonteerd te worden, namelijk bij reparatie of vervanging.

Het vervangen van een autoband doe je op de volgende momenten:

• Lekkage of beschadiging (indien onherstelbaar/niet rendabel om te repareren)
• De band is versleten (tot de wettelijke minimale profieldiepte van 1.6 millimeter of 3 tot 4 millimeter in landen met een winterbandenplicht)
• De band vertoont tekenen van veroudering (droog uitziend rubber of de band slijt plots erg hard)

Thuis of op het werk

Autobanden onder je auto laten leggen kan "op elke hoek van de straat". Er zijn echter steeds meer bedrijven die de mogelijkheid bieden om de banden te laten monteren waar en wanneer jij dat wil!

Deze bedrijven komen op afspraak met een grote bus of kleine vrachtauto voorrijden. In de laadruimte bevindt zich een montagepunt waar de monteur alle benodigde machines en onderdelen tot zijn beschikking heeft. Zo kan je de banden laten monteren terwijl je bijvoorbeeld aan het werk bent.

Duur? Dat valt heel erg mee! De concurrentie op de autobandenmarkt is hevig waardoor de prijzen onder druk staan. Mobiel monteren wordt veelal ingezet om klanten op service te behouden, vooral bij online winkels is dit het geval.

Balanceren

Met balanceren wordt bedoeld dat de wielen rondom even zwaar zijn. Door gewichtjes aan de velg te bevestigen zoekt de monteur naar een perfecte balans.

Waarom balanceren?

Balanceren doe je om 3 redenen:

1. Veiligheid (meer grip)
2. Comfort (minder trillingen en geluid)
3. Geld besparen (minder slijtage)

Een goede balans van de wielen bevordert de veiligheid en het comfort. Het contact met de weg is namelijk optimaal, waardoor je maximale grip krijgt en geen last hebt van een trillend stuur of vervelende geluidjes.

Goed gebalanceerde banden gaan ook nog eens langer mee, waardoor je op langere termijn veel geld bespaart!

Uitlijnen

Bij het uitlijnen wordt de wielstand van elk wiel optimaal gezet. Omdat de optimale stand per auto verschilt is het belangrijk dat de specificaties van de autoconstructeur worden opgevolgd.

Waarom en wanneer

Goed uitgelijnde banden gaan langer mee, presteren beter (veiligheid en comfort) en helpen je brandstof te besparen.

In onderstaande gevallen moet je de uitlijning laten controleren:

• Je merkt abnormale of onregelmatige slijtage van de banden
• Je merkt dat de auto anders rijdt/stuurt:
  • De auto trekt of zwenkt naar één kant
  • Het stuur staat gedraaid als je op een rechte weg rijdt
  • Het stuur keert na een bocht niet helemaal terug naar de normale stand
• Je hebt een aanrijding gehad
• Je koopt nieuwe banden
• Je laat een onderdeel van de ophanging vervangen

De vaktermen

Voor een specialist is uitlijnen kinderspel. Laat je dus niet gekmaken door vaktermen als wielvlucht, sporing en caster. Onderstaand zullen we deze kort toelichten.

Wielvlucht

De wielvlucht is de hoek die het wiel maakt als de bovenkant van het wiel naar binnen of naar buiten staat. Je kan dit goed zien als je recht voor de auto staat.

Bij positieve wielvlucht staat de bovenkant van het wiel verder naar buiten en bij negatieve wielvlucht...je raadt het al, staat de bovenkant van het wiel meer naar binnen.

Sporing

De sporing is het verschil tussen de voor- en achterkant van twee wielen van dezelfde as, bekeken van bovenaf.

Bij toespoor staan de voorkanten van de banden dichter bij elkaar. Dit veroorzaakt onderstuur in bochten.

Bij uitspoor is het tegenovergestelde het geval, de achterkanten van de banden staan dichter bij elkaar waardoor overstuur wordt veroorzaakt.

Casterhoek

De casterhoek verschilt per merk/type auto en is de kantelhoek, naar voren of naar achteren, van de fuseepen.

Een te groot verschil tussen de casterhoeken van de voorwielen zal een auto duidelijk naar één kant laten trekken.